Men maakt kennis met het echte leven van soldaten en burgers uit de tijd van Napoleon. Een groots kampement, het leven van toen met speciale demonstraties.

Soldaten en burgers van de N.A.N. (Napoleontische Associatie der Nederlanden), de vereniging 2e Bataillon Grenadier Compagnie en hun gasten uit het buitenland laat de bezoekers allerlei activiteiten en demonstraties zien uit ten tijde van de Bevrijdingsoorlog in Nederland, 1813-1815.

Wat gebeurt er in de middeleeuwse stad Gravendam in Archeon?
De verschillende eenheden hebben hun kampen ingericht en laten elkaar voorlopig met rust, waarschijnlijk in afwachting van versterkingen. Wel is er een piket uitgezet: een wachtpost, die in de gaten houdt wat de andere partij doet. Want het is oorlog, maar dat betekent niet dat iedere soldaat meteen op een ander schiet. Gesprekken tussen de wachtposten waren niet ongebruikelijk.

Er worden patrouilles gelopen, en om te foerageren, eten en drinken te vinden, maar ook om te kijken hoe sterk de vijand is en te voorkomen dat de vijand nog kan eten. Als soldaten weinig te eten hebben, zullen ze minder snel het gevecht aan willen gaan. 

De commandanten zijn wat besluiteloos, de Franse commandant wil wel weg, maar moet ook rekening houden met zijn loopbaan, de boel zomaar overdragen kan gevolgen hebben. De geallieerde commandant wil de Fransen weghebben, maar gaat liever de strijd niet aan, want dat gaat ten koste van soldaten, en daar is hij zuinig op.

Demonstraties & activiteiten
Beide dagen worden er exercities uitgevoerd, soldaten krijgen soldij uitbetaald, er vinden inspecties plaats van de troepen en men maakt zich gereed voor de strijd. Ook mogen diverse schietdemonstraties met zowel musketten als met kanonnen niet ontbreken. Bezoekers kunnen ook zelf aan de slag met onder andere zwaardvechten, boogschieten, vuur maken en marcheren.

Achtergrond
In 1810 wordt het koninkrijk Holland een Franse Provincie. De keizer, Napoleon Bonaparte, besluit dat zijn rijk nog niet groot genoeg is en valt in 1812 Rusland binnen, met zijn leger, bestaand uit Franse, Nederlandse en Duitse soldaten. De Russen geven zich niet over en de veldtocht wordt een aftocht. De Duitse staten, Oostenrijk en Zweden keren zich vervolgens tegen Napoleon. 

In oktober 1813 wordt bij Leipzig twee dagen strijd gevoerd, waarna Napoleon zich langzaam terugtrekt in Frankrijk. Zijn legers worden op de voet gevolgd door Russische kozakken en Pruisische soldaten. De Prins van Oranje keert eind november op Nederlandse grond en wordt 2 december soeverein vorst. Een van de eerste dingen die gedaan wordt is de opbouw van een nieuw Nederlands leger. Nederland wordt bevrijdt van de Franse bezetting. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Enkele garnizoenen blijven trouw aan de keizer.

Het Beleg van Gorinchem vond plaats tussen 18 november 1813 en 20 februari 1814. Gorinchem werd omsingeld en de Geallieerden begonnen op 22 januari de stad te bombarderen. Op 5 februari gaven de Fransen zich over en op 20 februari werd de stad aan de Geallieerden overgedragen.
Het beleg van Naarden duurt van 17 november 1813 tot 12 mei 1814. De Franse troepenmacht onder generaal Quetard de la Porte weigerde zich over te geven nadat ze omsingeld waren, en bleef hardnekkig weerstand bieden, bemoeilijkt door het feit dat veel soldaten, voornamelijk Nederlanders in Franse dienst, deserteerden. De stad zou zich uiteindelijk pas overgeven na de publicatie van het Verdrag van Fontainebleau (1814).
Bergen op Zoom wordt in november omsingeld, eerst door kozakken, later door Pruisen en Britten. De Britten besluiten de stad aan te vallen in de nacht van 8 op 9 maart 1814. De aanval wordt een mislukking. 
Het Beleg van Delfzijl (ook: Blokkade van Delfzijl) duurde van 13 november 1813 tot het ontzet op 23 mei 1814. Hoewel Napoleon op 6 april 1814 troonsafstand gedaan had, werden berichten hierover in Delfzijl niet geloofd. Er werd onderhandeld en uiteindelijk verlieten de Fransen met Militaire eer, bewapend, onder tromgeroffel, met twee kanonnen en 101 saluutschoten Delfzijl. 

Sommige  gebeurtenissen zijn te klein om de geschiedenisboeken te halen. Een ervan is het korte beleg van Gravendam. Gravendam kennen we tegenwoordig niet meer, maar het was een kleine nederzetting in de buurt van Alphen aan den Rijn. Het was strategisch gelegen op een hoogte in het veengebied. De lokale Franse commandant is verstoken van informatie en besluit voorlopig stand te houden om te zorgen dat andere Franse troepen zich via Gravendam naar Frankrijk terug kunnen trekken. 

Het leger  
De legers bestaan uit drie onderdelen: Artillerie, Cavalerie en infanterie.
De artillerie zijn de kanonnen. De kanonnen hadden een bereik van een paar honderd meter tot anderhalve kilometer. De artillerie beschoot vestingen bij belegeringen, en “de vijand” in een veldslag. Er zijn verschillende soorten artillerie. 

De cavalerie is bereden, te paard. Op veldtocht wordt de cavalerie gebruikt als verkenners. In een veldslag wordt de cavalerie ingezet voor snelle aanvallen, vooral om vijandelijke aanvallen te verstoren, maar ook om de infanterie in een carre (vierkant) te dwingen, waardoor de artillerie een groter doelwit kreeg. Er zijn verschillende soorten cavalerie, bijvoorbeeld huzaren, kurassiers, lansiers, die ieder getraind waren voor een specifieke taak. 

De infanterie is het voetvolk. Dit vormde de ruggengraat van het leger. Hier zijn twee soorten van, lijninfanterie die schouder aan schouder in het veld staat, en als blok werkt en lichte infanterie, die verspreid in het veld zijn werk doet. Lijninfanterie is kwetsbaar voor artillerie, maar sterk tegen cavalerie. Lichte infanterie is geen doelwit voor artillerie, maar moet goed opletten op cavalerie.